Bundelcovers De Gedichtenwedstrijd

De Gedichtenwedstrijd top 100

Eindelijk weer een fysieke bijeenkomst! De tweede keer dat ik doordrong tot de finaleronde van De Gedichtenwedstrijd, werd ik samen met de andere genomineerden uitgenodigd bij De Brakke Grond in Amsterdam. Wat een contrast met 2021, toen de finalisten thuis achter een webcam eenzaam zaten te wachten op wat komen zou. Bij De Brakke Grond was er livemuziek en interactie met het publiek; een verademing na al die pandemische pieken.

‘Niets eeuwig dan het ogenblik’, dat is de titel van de top 100-bundel van 2022. Met Ruth Lasters, stadsdichter van Antwerpen, als verdiende winnares. Ze gaf haar sterke gedicht de kwetsbaarheid van een abrikoos.

De bundel als een geheel, biedt een fijne mix van nieuw talent en gevestigde namen, onbevooroordeeld gekozen door de jury. Taal op eigen kracht. Hieronder mijn top 100-gedichten uit 2022 en 2021.

———————

Weerbericht

het galopperende geraamte van een paard
was op het tweede gezicht zo’n vliegendeken
en op het derde gezicht mijn totemdier

een uitgebeende soort met ongeremde kracht
roffelend over het vel van een trommel
gespannen tussen de wolken

soms zie ik hun hoeven als ik omhoog kijk
als schaduwijzers in het blauw

Top 100, De Gedichtenwedstrijd 2022

Get in the groove

ook toen al hopend op een schat uit de bodem
een teken vol wijsheid van vergeten profeten
sloeg ik in de groeve de steentjes kapot

ik wist inmiddels dat vroeger de slakjes
als ammonietjes werden aangesproken
dat de opgebroken dageraad
gestold was in de lava

starend door mijn slaapkamerraam
over een vensterbank vol dino’s
onderzocht ik achterdochtig
de moeder aller stenen

zou dat brokstuk daar aan de hemel breken
dan zou ik pionierend na mijn cornflakes
met mijn hamer op pad gaan naar de groeve

zonder gezeur zou ik zwoegen voor
een splinter van die eeuwen trotserende
kosmisch gebleekte piratendukaat 

zodat ik maandag op het schoolplein
tot de bel weer klonk bijzonder kon zijn

Top 100, De Gedichtenwedstrijd 2021

In de schaduw van de Koningsrots

Mufasa had het zo gek nog niet bekeken.
Eten en gegeten worden als levensovertuiging.
Alles onbevooroordeeld, gezien vanaf een rots.

Logisch dat Mufasa zich als leeuw manifesteerde.
De ontdekking dat er meer was, bevrijdde bij mij
de gedachte dat er simpelweg nóg meer moest zijn.

Het was tijdens een snoepgloedvolle busreis
dat de wereld zich overzichtelijk en kleurrijk
openbaarde. Ik herinner me de plattegrond

van het oude Noorder Dierenpark. Bij een
ondergronds aquarium, ging ik naar de haaien.
Een bordje met ‘niet aaien’ ontbrak.

Flarden van het gesprek dat ik had
met een klasgenoot op een open dag
smeren ook nu nog de uren met teer.

Hij zei iets over de AutoWeek — een tijdseenheid
die ik niet begreep — en bewees hoe eenmalig
met de trein gaan kon zijn. Overgave, zag ik toen,

is als je nooit meer iets als hobby benoemt.
Later las ik dat teer ontstaat na verhitting van
organische stof. Dus opgaan in een wegdek

had een einddoel kunnen zijn. Praktisch nut
was geen vak in mijn studententijd. Echo’s
uit een lege zaal verdwenen in de nacht.

Kennis van statistiek moest iets vertellen
over kansen; het waarom bleef onbetrouwbaar.
Van rammelen op een toetsenbord, of het zoeken

naar die ene plek, gebouwd in de jaren dertig.
Het luisteren naar tekens in een babylach.
Onthoud, zei Mufasa. En de wolken wisten hem uit.

Top 100, De Gedichtenwedstrijd 2021

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *